Meerjarenperspectief
Het meerjarenperspectief geeft aan welke veranderingen het college de komende jaren wil doorvoeren in de begroting en welk begrotingssaldo er daarna over is. Onderstaande tabel geeft een totaaloverzicht.
bedragen x € 1.000 | |||||
omschrijving | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
startbegroting | 5 | 4.569 | 4.005 | 5.400 | 5.413 |
wijziging inkomsten | 10.571 | 8.323 | 9.949 | 9.921 | 9.404 |
hogere budgetten | -11.015 | -15.699 | -15.392 | -14.733 | -15.174 |
beleidsvoornemens college | 300 | -10.542 | -3.806 | -5.483 | -5.025 |
taakmutaties | -1.199 | -1.634 | -859 | -719 | -762 |
budgettair neutraal | |||||
bezuinigingen | 150 | 1.992 | 4.156 | 6.404 | 8.254 |
veranderingen reserves | |||||
inzet winstafdracht grondbedrijf 2018 | 20.600 | ||||
sparen | -2.000 | ||||
extra storten in saldireserve ivm extra risico's | -3.000 | ||||
egaliseren perspectief | 1.188 | -2.609 | 1.947 | -790 | |
eindtotaal | 2.110 |
We geven hieronder een korte samenvatting van de posten uit de tabel. Verderop in de begroting wordt alles tot in detail toegelicht.
Wijziging inkomsten
De meeste inkomsten komen uit het gemeentefonds. Dit voorjaar meldde het Rijk in de zogenoemde 'Mei-circulaire' dat de inkomsten uit het gemeentefonds met € 9 miljoen per jaar zouden worden verlaagd. Inmiddels is ook de Septembercirculaire verschenen. Daaruit blijkt dat de korting voor de helft weer wordt teruggedraaid. Per saldo moeten we nu € 4 miljoen per jaar inleveren.
Het Rijk geeft wel € 5 miljoen extra per jaar om de stijgende kosten voor jeugdzorg te betalen. Het Rijk heeft deze middelen echter slechts tot en met 2021. Het Rijk heeft een commissie ingesteld die gaat onderzoeken of gemeenten de extra kosten in de jeugdzorg daarna zelf kunnen betalen. Bijvoorbeeld door dure zorg met verblijf in te ruilen voor goedkopere zorg zonder verblijf. Als het onderzoek is afgerond, neemt het Rijk een besluit over de definitieve budgetten voor jeugdzorg vanaf 2022. Zolang het onderzoek loopt, mogen gemeenten in hun begroting doen alsof het hier om structureel geld gaat. Dit is natuurlijk wel risicovol. Toch gaan wij ervan uit dat het Rijk vanaf 2022 met geld over de brug komt.
Hogere budgetten
Op diverse onderdelen van de begroting moeten we meer geld beschikbaar stellen. Zo stijgen bijvoorbeeld de kosten in het sociaal domein. De kosten voor jeugdzorg stijgen met € 7 miljoen per jaar. Hiervoor heeft het Rijk ons € 5 miljoen extra gegeven voor de eerste drie jaar. Voor de Wmo is € 2 miljoen extra nodig. Voor personeel in het sociaal domein is ook ongeveer € 2 miljoen extra nodig. Andere tegenvallers zijn er bij de kwijtscheldingen. Hiervoor hebben we elk jaar € 700.000 extra nodig. Ook voor de veiligheidsregio is extra geld nodig.
Beleidsvoornemens college
Hiermee bedoelen we de plannen uit de Perspectiefnota. De gemeenteraad heeft bij de vaststelling van de Perspectiefnota kennisgenomen van deze plannen. Via deze begroting vraagt het college nu definitief toestemming om hiermee aan de slag te gaan. Het gaat bijvoorbeeld om extra geld voor de digitale stad, sportvoorzieningen, jeugdgezondheidszorg, duurzame scholen, loon en prijscompensatie voor instellingen, et cetera.
Taakmutaties
Elk jaar krijgen we meer geld van het Rijk voor het uitvoeren van nieuwe taken. Ook dit geld krijgen we uit het gemeentefonds. Wij noemen dat 'taakmutaties'. De gemeente mag dit geld ook voor andere doelen gebruiken. Ons beleid is om dat niet te doen. Wij zetten dit geld in principe in voor de taken die door het Rijk zijn bedacht, omdat we anders ons werk niet goed kunnen doen.
Bezuinigingen
Toen dit voorjaar bleek dat de inkomsten uit het gemeentefonds flink gingen dalen en de kosten in het sociaal domein gingen stijgen, zijn we op zoek gegaan naar bezuinigingen. In deze begroting stellen we voor uiteindelijk € 8,3 miljoen per jaar te bezuinigingen. De gemeentelijke organisatie bezuinigt € 1,7 miljoen op de overhead. We vragen ook onze partners in de stad om € 1,9 miljoen te bezuinigen. Verder geven we € 0,9 miljoen minder uit aan het onderhoud in de stad en bezuinigen we € 0,9 miljoen op re-integratie. De overige besparingen van circa € 3 miljoen betreffen verschillende kleine bedragen. Deze worden verderop in de begroting toegelicht.
Veranderingen in de reserves
- Het grondbedrijf heeft over het boekjaar 2018 € 20,6 miljoen afgedragen aan de algemene dienst. Dit hebben wij in onze algemene reserve gestort. In 2020 halen we dit geld weer uit onze reserve. Een bedrag van € 6 miljoen zetten we in voor stedelijke vernieuwing en beheer en onderhoud.
- Een bedrag van € 2 miljoen storten we in onze algemene reserve (conform de afspraak uit het coalitieakkoord om te sparen). Een bedrag van € 8 miljoen gebruiken we om het tekort in de begroting weg te werken. We hadden dit bedrag willen sparen, maar door de tegenvallers in het gemeentefonds en in het sociaal domein, hebben we te weinig geld over.
- Een bedrag van € 3 miljoen storten we in de saldireserve, om hogere risico's af te dekken. In de risicoparagraaf is een overzicht opgenomen van al onze risico's. Uit de inventarisatie blijkt dat het risicobedrag is toegenomen van € 24 miljoen naar € 27 miljoen.
- We willen in de jaren 2019 tot en met 2022 een sluitende begroting hebben. Daarom storten we het overschot in 2020 in de saldireserve. Dit bedrag halen we in 2019 en 2021 weer uit de reserve. In feite verschuiven we het geld hiermee tussen de jaren, zodat we elk jaar een sluitende begroting hebben. We noemen dit 'egaliseren perspectief'.
Totaaloverzicht perspectief
Na al deze plussen en minnen is er in 2023 nog ongeveer € 2 miljoen over. Gezien de onzekerheden in onze begroting willen we dit als buffer beschikbaar houden.
Bestuursopdrachten
Bij het opstellen van deze begroting heeft het college twee bestuursopdrachten geformuleerd. De eerste gaat over het anders blijven uitvoeren van het welzijnswerk in de stad in combinatie met de bezuinigingen. Verder wordt onderzocht hoe we de grip op de financiën binnen het sociaal domein kunnen vergroten.
De tweede opdracht gaat over de vraag hoe de voorzieningen in de stad kunnen meegroeien met de groei van de stad.