Inleiding
Om investeringen te kunnen financieren, worden door de gemeente leningen afgesloten. In plaats van dat voor iedere investering apart leningen worden aangetrokken, wordt over het totale saldo van uitgaven en ontvangsten concernfinanciering geregeld. Uitdaging bij het uitoefenen van deze treasury functie is om financieringsmiddelen tijdig beschikbaar te hebben, tegen zo gunstig mogelijke rentetarieven, maar om tegelijkertijd de risico’s zoveel mogelijk te beperken.
De rentelasten die gepaard gaan met het aantrekken van de leningen worden vervolgens op basis van een vast rentepercentage doorberekend aan individuele investeringen. Op deze wijze komen de rentelasten op de verschillende programma’s terecht waar ze, samen met de afschrijving van de investeringen, als kapitaallasten verantwoord worden.
Deze financieringsparagraaf vloeit voort uit de Wet financiering decentrale overheden, die regels stelt aan het financieringsgedrag van gemeentes. Op lokaal niveau is deze regelgeving vertaald in het door de gemeenteraad vastgestelde treasury statuut.
Hieronder worden de treasury activiteiten verantwoord en worden de ontwikkelingen met betrekking tot de marktrente belicht. Ook wordt ingegaan op het interne rentebeleid.