Beleidsvraagstukken en diverse ontwikkelingen
Mogelijke consequenties n.a.v. uitspraak RvS t.a.v. stikstofdepositie
Op 29 mei 2019 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) als hoogste bestuursrechter geoordeeld dat het Programma Aanpak Stikstofdepositie (PAS) niet voldoet als grondslag voor het toestaan van activiteiten die, door de bijdrage aan de stikstofdepositie in beschermde natuurgebieden, gevolgen hebben voor de kwaliteit van diezelfde gebieden. Heel concreet hebben de uitspraken tot gevolg dat omgevingsvergunningen niet meer mogen worden verleend met een enkele verwijzing naar de PAS en dat ook bestemmingsplannen niet meer mogen uitgaan van het systeem van de PAS. Dit leidt tot onzekerheid over onder andere woningbouwplannen, bedrijfsvestigingen, evenementen, de aanleg van wegen en de vergunningen voor landbouwbedrijven.
De consequenties van deze uitspraak zijn landelijk en daarmee ook voor Almere nog niet helder. Verwachting is wel dat er voor onherroepelijke bestemmingsplannen en onherroepelijke vergunningen om te mogen bouwen, nu geen gevolgen zijn. Voor nieuwe bestemmingsplannen of afwijkingen op bestemmingsplannen (WABO) heeft het, afhankelijk van de situatie en locaties, wel mogelijk consequenties.
De regering heeft een commissie van wijzen aangesteld onder leiding van de heer J. Remkes. De uitkomsten van de commissie zijn inmiddels landelijk gepubliceerd. De komende periode wordt nader onderzocht wat de precieze consequenties zijn voor de ontwikkelgebieden in Almere.
Mogelijke consequentie kan zijn dat een deel van de gebiedsontwikkelingen tijdelijk niet gerealiseerd kunnen worden. Financieel wordt daarom in de reserves van het grondbedrijf rekening gehouden met de financiële negatieve effecten van een tijdelijke stilstand in een aantal van de gebiedsontwikkelingen.
Vennootschapsbelasting
Gemeente Almere is per 1-1-2016 vennootschapsbelastingplichtig voor (onder andere) haar grondbedrijf. Almere heeft onlangs de aangifte gedaan over het jaar 2016, waarmee impliciet door de gemeente ook een voorlopig standpunt is ingenomen over de openingsbalans van het grondbedrijf. De openingsbalans is het ‘startpunt’ voor de bepaling van de hoogte van de vennootschapsbelasting (vpb) voor de komende jaren.
Ter onderbouwing van het standpunt van Almere is in het voorjaar 2019 een notitie opgesteld en verzonden aan de fiscus met een toelichting op de aangifte en de afwijkende uitgangspunten van Almere t.o.v. de door de fiscus gehanteerde uitgangspunten ‘in den lande’.
Begin juli heeft de fiscus middels een brief haar eerste reactie gegeven op het standpunt van Almere. Op een aantal onderdelen (zogenaamde evidente fouten) heeft zij ingestemd, echter op een heel aantal onderdelen doet zij dit (vooralsnog) niet. De komende maanden zal nadere afstemming met de fiscus plaatsvinden. Vooralsnog is er geen aanleiding om het reeds eerder gereserveerde bedrag in het weerstandsvermogen voor te betalen vpb te herzien.
Verwachte bijstelling ramingen planontwikkelingskosten
Vanaf 2014/2015 wordt voor de raming van de planontwikkelingskosten (POK) in de grondexploitaties gebruik gemaakt van de zogenaamde ‘plankostenscan’. In het MPGA 2019 is aangegeven dat er voor de programmabegroting 2020 een analyse /evaluatie wordt gedaan naar de wijze waarop de planontwikkelingskosten worden geraamd in de grondexploitaties (grexen), de wijze waarop besteding plaatsvindt en of het resterende budget in de grondexploitaties nog voldoende is om de grexen uit te voeren. Deze analyse is door een extern bureau uitgevoerd. De uitkomsten van het onderzoek geven aan:
- Dat op een aantal onderdelen binnen de POK de afgelopen jaren meer besteed is, dan dat op basis van de Almeerse plankostenscan in de grondexploitatie was geraamd.
- Dat bij de jaarlijkse actualisatie t.b.v. het MPGA deze ‘overschrijdingen’ onvoldoende naar voren zijn gekomen. Dit komt doordat overschrijdingen grotendeels zijn opgelost binnen het POK-budget voor de nog resterende looptijd van de grexen, door deels middelen in tijd naar voren te halen en/of deels door overschrijdingen ten laste van andere posten binnen de POK te brengen. Daarnaast zijn er mogelijk ook activiteiten bekostigd (zoals participatie) die feitelijk niet tot de kosten van een grondexploitatie behoren en dus niet geraamd waren.
Bij een aantal grondexploitaties zijn in de afgelopen jaren bij de jaarlijkse actualisatie wel bijstellingen gedaan, maar een structureel probleem is toen niet geconstateerd. Door de lange looptijd van grondexploitaties, het aantal grexen en de relatief korte periode waarin met de nieuwe ramingswijze is gewerkt, maakte dat op portefeuilleniveau dit meer structurele verschil niet eerder is geconstateerd. - In het onderzoek is een benchmark uitgevoerd waarbij de POK van Almere zijn vergeleken met een aantal andere gemeenten. Uit deze benchmark blijkt dat de bestede POK in Almere relatief laag ligt t.o.v. de bestede POK bij andere gemeenten gelet op de kosten per woon-equivalent. Daarbij is wel de kanttekening te maken dat de projecten en werkwijzen per gemeente kunnen verschillen. Almere heeft bijvoorbeeld relatief veel uitleglocaties t.o.v. andere gemeenten.
De algemene conclusie is dat het nog resterende POK-budget in de grondexploitaties onvoldoende is om alle activiteiten voor de resterende looptijd van de grondexploitaties te kunnen uitvoeren. De uitkomsten van de benchmark geven wel het beeld dat de bestede POK in de afgelopen jaren in Almere t.o.v. andere gemeente niet bovenmatig hoog is geweest. Dit lijkt er op te wijzen dat de normen binnen de Almeerse plankostenscan en daarmee de geraamde budgetten te krap zijn geweest. Er wordt daarom voor het MPGA 2020 een bijstelling van de POK voorzien van circa € 13 miljoen (nominaal), om voldoende budget voor de komende jaren te hebben. In het weerstandsvermogen van het grondbedrijf is daarom voor nu al rekening gehouden met een bijstelling van deze ramingen, waarbij voor circa € 4 miljoen (eindwaarde) er al een stelpost was opgenomen. In de komende maanden vindt een nadere analyse plaats om te bepalen op welke onderdelen de normen in de plankosten-scan kunnen worden verbeterd. Ook zal worden gekeken hoe in de toekomst bij de actualisatie van de grondexploitaties eerder overschrijdingen kunnen worden gesignaleerd en zo nodig kan worden bijgestuurd.
Ontwikkelingsvisie De Voortuin
Op dit moment wordt er gewerkt aan de ontwikkelingsvisie voor de Voortuin. Dit gebied zal overwegend noodzakelijke maatschappelijke functies zoals (evenementen)parkeren en sportvelden kennen t.b.v. het stadsdeel Poort. De (grond)opbrengsten uit dit soort functies dekken over het algemeen de investeringskosten niet, waardoor er een grondexploitatie ontstaat met een negatief saldo (verlies). De omvang van dit verlies was tot op heden echter nog niet duidelijk. Naar verwachting zal de ontwikkelingsvisie inclusief de grondexploitatie eind van dit jaar aan de raad worden voorgelegd voor besluitvorming. In het weerstandsvermogen van het grondbedrijf is voor de Programmabegroting 2020, op basis van de huidige verwachtingen, rekening gehouden met een extra te treffen financiële verliesvoorziening voor de ontwikkeling van dit gebied.
Inzet deel segmenteringsbuffer t.b.v. extra sociale huurwoningen in grondexploitaties
Op korte termijn zal er een voorstel aan de raad worden voorgelegd, waarmee (deels) invulling wordt gegeven aan de coalitie-opgave om meer sociale huurwoningen in de grondexploitaties te realiseren. Als gevolg hiervan is, ter dekking van (eventuele) negatieve financiële consequenties voor de grondexploitaties, een deel van de segmenteringsbuffer in het weerstandsvermogen eerder al gereserveerd. Na een raadsbesluit over toevoeging van deze extra sociale huurwoningen, zullen de financiële consequenties verwerkt worden bij het MPGA 2020.
Vervallen post onvoorzien in grondexploitaties
Als gevolg van BBV-regelgeving is het niet (langer) toegestaan om in de grondexploitaties een aparte post ‘onvoorzien’ op te nemen. Deze post onvoorzien was opgenomen om onvoorziene kostenoverschrijdingen voor met name bouw- en woonrijp maken op te kunnen vangen.
Bij het MPGA 2020 zal de post onvoorzien daarom uit de grondexploitaties worden gehaald. Dit leidt tot een positiever verwacht resultaat van de grondexploitaties. Een deel van dit resultaat zal worden toegevoegd als (risico)reserve in het weerstandsvermogen van het grondbedrijf om onvoorziene investeringskosten op te kunnen vangen.
In exploitatie nemen van MVA gronden Stichtsekant
De vraag naar grond voor bedrijventerreinen in het algemeen en voor de sector logistiek in het bijzonder blijft groot. Deze belangstelling wordt momenteel omgezet in verschillende grondreserveringen en koopcontracten. Bij het MPGA 2018 was de grondvoorraad bij Stichtsekant vergroot met 26 ha door Materieel Vaste Activa (MVA) gronden in exploitatie te nemen. Gezien de toenemende vraag naar bedrijventerreinen bij Stichtsekant wordt bij de PB 2020 voorgesteld nog eens 36,7 ha MVA gronden (uitgeefbaar) bij Stichtsekant in exploitatie te nemen. Hierdoor valt de voorziening op deze grond vrij.
Amendement Nobelhorst
Bij de behandeling van het “Addendum ontwikkelingsplan Almere Hout-Noord” is een amendement voor 106 extra woningen aangenomen. De gevolgen van dit amendement zijn verwerkt en bedragen circa € 3,0 miljoen negatief op het verwachte resultaat van de grondexploitatie Nobelhorst. Zoals in het amendement is voorgesteld is ter dekking van dit negatieve financiële effect de segmenteringsbuffer in het weerstandsvermogen ingezet.