bedragen x € 1.000
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
financiële besluiten | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
neutrale bijstellingen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Fonds stedelijke vernieuwing
Conform de afspraken uit het coalitieakkoord wordt 20% van de winstafdracht van het grondbedrijf 2018 ingezet voor de stedelijke vernieuwingsopgave. Vanuit de middelen 2019 is er nog € 2,5 miljoen beschikbaar.
Voor 2020 wordt er € 4,1 miljoen beschikbaar gesteld, de totale beschikbare ruimte bedraagt in totaal € 6,6 miljoen. Voorgesteld wordt dit bedrag nu beschikbaar te stellen voor de generieke aanpak van de opgave Stedelijke Vernieuwing en de specifieke vernieuwingsopgave in Almere Buiten Centrum en Binnenring Almere Haven. Een toegelicht hierop geven wij op programma 2. Duurzaam, leefbaar en bereikbaar.
Gemeentefonds
| |||||
omschrijving | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
algemene uitkering / lagere accressen | -4.528 | -1.430 | -1.144 | -2.003 | -2.724 |
aanpassing verdeling gemeentefonds | -902 | -375 | 733 | 776 | 1.249 |
extra middelen jeugdzorg | 6.628 | 5.181 | 5.364 | 5.364 | 5.364 |
loon en prijscompensatie sociaal domein | 5.140 | 4.976 | 5.221 | 5.336 | 5.377 |
ruimte btw compensatiefonds | -1.494 | -1.700 | -1.700 | -1.700 | -1.700 |
voogdij 18+ | 43 | -4.645 | -4.644 | -4.645 | -4.645 |
taakmutaties | 4.418 | 4.659 | 4.659 | 4.930 | 4.938 |
subtotaal gemeentefonds | 9.305 | 6.666 | 8.489 | 8.058 | 7.859 |
verwerking afspraken: | |||||
bijstellen budgetten FVA: groeiopgave Almere | -711 | -355 | -355 | -355 | -355 |
waterschapverkiezingen | -146 | ||||
subtotaal | -857 | -355 | -355 | -355 | -355 |
totaal | 8.448 | 6.311 | 8.134 | 7.703 | 7.504 |
Algemene uitkering / lagere accressen
De Nederlandse economie blijft in 2019 doorgroeien, maar in een lager tempo dan voorgaande jaren. Na jaren van betrekkelijk hoge groei keert de economie terug naar een gematigdere groei die volgens het Centraal Plan Bureau (CPB) gebruikelijk is voor de Nederlandse economie op de langere termijn. In 2019 wordt de economische groei geschat op 1,8% en voor 2020 op 1,5%.
Voor het gemeentefonds geldt de beleidsafspraak dat de omvang meegroeit met de ontwikkelingen van de Rijksbegroting. Dit is de zogenaamde trap op – trap af systematiek: als de Rijksbegroting een trede omhoog gaat, gaat het gemeentefonds mee omhoog en andersom. Dit jaar verwacht het kabinet minder uit te geven dan geraamd. Omdat het rijk hierdoor minder uitgeeft (en/of in een ander ritme), dalen de accressen. Dat komt onder andere door aanpassingen in het investeringsritme van infrastructurele werkzaamheden; de besluitvorming over het Pensioenakkoord; het versneld afbouwen van de gaswinning en lagere loon- en prijsontwikkeling van de departementale begrotingen. Daarentegen zorgen de extra uitgaven voor defensie, de jeugdzorg en het woningmarktpakket tot een opwaartse bijstelling van de accressen in 2020 en latere jaren. Voorts valt onze uitkering ook nog lager uit vanwege de financiële vertaling van diverse afspraken die bekostigd worden vanuit het gemeentefonds. Zoals bijvoorbeeld de verhoging van de vergoeding van raadsleden in de kleinere gemeenten; compensatie voor uitvoeringskosten van de Sociale Verzekeringsbank voor persoonsgebonden budgetten etc. Zoals uit de tabel blijkt, leiden al deze veranderingen tot een forse fluctuaties in de accressen. Via de mei– en septembercirculaire zijn wij hierover geïnformeerd. In mei resulteerde dit in een forse neerwaartse bijstelling van onze gemeentefondsuitkering. Via besluitvorming over de Miljoenennota (septembercirculaire) is dit iets afgevlakt.
Aanpassing verdeling gemeentefonds
Het gemeentefonds wordt via een groot aantal verdeelmaatstaven uitgekeerd aan gemeenten. Sinds dit jaar zijn daar een dertigtal nieuwe maatstaven voor het sociaal domein bijgekomen. Deze maatstaven hebben een heel andere dynamiek, dan de maatstaven van het klassieke deel van de uitkering. In de loop van het jaar heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) een groot aantal van deze nieuwe maatstaven definitief vastgesteld. Op de onderliggende becijferingen/trends hebben wij onze ramingen in het meerjarig kader aangepast. Onze uitkering valt daardoor structureel circa € 1 miljoen lager uit. Omdat ook de landelijke verdeling van het gemeentefonds op deze nieuwe ontwikkelingen is aangepast, ontvangen wij een hogere uitkering. Zoals uit de tabel blijkt, pakt dit in het meerjarig kader – per saldo - voordelig uit.
Extra middelen jeugdzorg
Om de uitvoering van het jeugdhulpstelsel beter en efficiënter te maken en de transformatie te versnellen, heeft het kabinet in 2019 € 400 miljoen extra vrijgemaakt voor gemeenten. In de twee jaar daarna gaat het om € 300 miljoen. Voor Almere gaat het dan om ruim € 6 miljoen in 2019 en ruim € 5 miljoen in de twee jaren daarna. Vanaf 2022 worden gemeenten geacht de problemen zelf op te lossen door transformatie van dure naar goedkopere zorg. Gemeenten hebben hier in grote getale bezwaar tegen gemaakt. Het Rijk heeft vervolgens toegezegd nader onderzoek te doen naar het structurele karakter van de kosten voor jeugdhulp. In afwachting van de uitkomsten van dit onderzoek, mogen gemeenten net doen alsof de incidentele middelen een structureel karakter hebben. De gemeente Almere maakt van deze mogelijkheid gebruik. Het volgend kabinet zal, op basis van de uitkomsten van dit nadere onderzoek, een besluit gaan nemen of gemeenten daadwerkelijk structureel compensatie krijgen.
Loon en prijscompensatie sociaal domein
Conform afspraak worden gemeenten dit jaar nog via de integratie uitkering gecompenseerd voor loon- en prijsstijgingen in het sociaal domein. Almere ontvangt hiervoor circa € 5,4 miljoen structureel (ongeveer 3% loonprijsstijging). Vanaf 2020 worden wij niet meer gecompenseerd via de begroting van het ministerie van VWS. Vanaf 2020 moeten wij dat afdekken uit de gemeentefondsuitkering, die hiervoor is bijgesteld.
Ruimte btw compensatiefonds
Gemeenten kunnen conform regelgeving/afspraak de btw op (bepaalde) overheidstaken declareren bij het btw compensatiefonds. De definitieve afrekening van deze declaraties vindt jaarlijks achteraf plaats. Als gemeenten minder btw declareren, valt er jaarlijks ruimte vrij en ontvangen gemeenten een hogere uitkering (en omgekeerd). Op basis van eerdere inschattingen/prognoses hielden wij – vanaf 2019 – jaarlijks rekening met een jaarlijkse vrijval van € 1,7 miljoen. De afgelopen jaren (in casu 2016 t/m 2018) is echter fors geïnvesteerd door gemeenten. Omdat hierdoor meer btw is gedeclareerd dan verwacht, is de ruimte onder het plafond teruggelopen. Wij verwachten dat de komende jaren ook nog fors geïnvesteerd zal worden door gemeenten. Hierdoor vloeit de vrije ruimte weg aan btw-declaraties, waardoor deze niet meer uitgekeerd zal worden aan gemeenten. Hierop hebben wij onze ramingen bijgesteld. Dit resulteert in een nadeel van € 1,7 miljoen vanaf 2019. Omdat in 2019 een voordelige afrekening over voorgaande jaren heeft plaatsgevonden, valt het nadeel dit jaar iets lager uit.
Voogdij 18+
Vanaf 2020 ontvangen wij een lagere decentralisatie uitkering voor Voogdij 18+. Dat komt voort uit de budgetafspraken. De door de zorginstellingen verantwoorde kosten zijn tussen 2017 en 2018 afgenomen van € 11 miljoen naar € 6 miljoen. Omdat de budgetafspraken gebaseerd zijn op de uitgaven van twee jaar geleden (T-2 systematiek), neemt ons budget in 2020 met hetzelfde bedrag af.
Taakmutaties en/of wijziging in financiering
Er hebben zich ook nog mutaties voorgedaan in de uitvoering van nieuwe en/of bestaande taken. Hiervoor ontvangen wij dan extra geld. Veelal loopt de financiering hiervan via decentralisatie– en/of integratie uitkeringen. Op dit programma betreft het – onderstaande – bijstelling van de budgetten FVA op loonprijsbijstelling en de egalisatiereserve verkiezingen. In dit onderdeel worden de (taak)mutaties daarop in beeld gebracht en nader toegelicht. De uitgaven op de programma’s hebben wij hierop bijgesteld. Daarnaast is de financiering van de levensvatbaarheidsonderzoeken voor bijstandsverlening aan zelfstandigen vanaf 2020 gewijzigd. Dat vindt voortaan plaats vanuit het gemeentefonds en niet langer via een specifieke uitkering. Onze uitkering is hiervoor verhoogd.
Bijstellen budgetten FVA: groeiopgave Almere
Het Fonds verstedelijking Almere (FVA) wordt jaarlijks gevoed met een bijdrage uit het gemeentefonds en een bijdrage van de Provincie. De gemeentefondsuitkering wordt, conform de vastgestelde methodiek, met terugwerkende kracht over 2018 met 4,82% geïndexeerd. Hierdoor ontvangt Almere een structureel hogere uitkering van circa € 0,36 miljoen. Daarnaast heeft ook een nabetaling plaatsgevonden over 2018.
Storting egalisatiereserve verkiezingen: Waterschapsverkiezingen
Voor de kosten die gemeenten maken voor de organisatie van de waterschapsverkiezingen, zijn de waterschappen een vergoeding verschuldigd. Deze vergoeding is via het gemeentefonds uitbetaald. Omdat de gemaakte kosten voorgefinancierd zijn uit de egalisatiereserve verkiezingen, wordt de vergoeding in de egalisatiereserve gestort.
Actualisatie OZB
Door extra leegstandscontroles valt de opbrengst van de OZB niet-woningen (kantoren, winkels etc.) structureel € 200.000 hoger uit dan geraamd. Daarnaast vallen de opbrengsten in 2019 incidenteel hoger uit. Dit komt doordat de marktontwikkeling waarmee is gerekend voor het bepalen van de tarieven, mogelijk toch nog wat positiever is geweest dan werd ingeschat. Zoals in de paragraaf lokale heffingen wordt toegelicht, zullen wij de ozb-tarieven hiervoor corrigeren. Een aantal grotere objecten moet echter nog definitief gewaardeerd worden. Die waardering wacht nog op lopende beroepsprocedures over het voorgaand jaar. We verwachten dat dit een negatief effect heeft op de opbrengsten.
Toeristenbelasting
Zoals op het programma Bestuur, inwoners en economie al is toegelicht, gaan wij in 2020 toeristenbelasting invoeren. De toeristenbelasting is een van de weinige mogelijkheden om niet-inwoners mee te laten betalen aan de voorzieningen in onze stad. Het aantal toeristen is de afgelopen jaren gegroeid en groeit verder. De invoering van een toeristenbelasting is daarom zowel te rechtvaardigen als rendabel
Conform de motie van uw gemeenteraad gaan we daarbij uit van een relatief tarief, dat voor 2020 wordt vastgesteld op 5% van de kamerprijs. Voor seizoens- en vaste plaatsen zijn aparte tarieven bepaald. Bij de bepaling van het tarief zijn we uitgegaan van een bezettingsgraad van 70%. De sector heeft geen cijfers over de actuele bezetting in Almere kunnen aanleveren.
Mogelijk zal er voor volgende jaren een bijstelling volgen op basis van daadwerkelijk bezettingsgraadcijfers over 2020. Om de sector meer tijd te geven wordt de toeristenbelasting vanaf 1 mei 2020 ingevoerd. Vanaf dan zal elk verblijf (hotels, AirBnB’s, pensions, B&B’s, appartementen, gastenhuizen, campings, ligplaatsen etc.) toeristenbelasting gaan betalen (toeristen en zakenmensen).
Renteresultaat
In de gemeentebegroting houden we rekening met de toekomstige ontwikkeling van de rentetarieven. Tot nu toe gingen we er vanuit dat de rente voor langlopende geldleningen in 2023 zou oplopen tot 3,75% en voor de kortlopende rente naar 2,25%.
Er zijn verschillende redenen om aan te nemen dat de rente minder snel zal stijgen. Zo wordt het opkoopprogramma van de Europese centrale Bank waarschijnlijk verlengd en de centrale bank in de Verenigde Staten overweegt verdere renteverlaging. Verder zien we dat de wereldeconomie afkoelt. Tenslotte is er ook nog steeds sprake van hoge schulden in de Zuid-Europese landen. Daarom hebben we onze renteverwachting als volgt verlaagd:
per 1 januari van het jaar
omschrijving | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
rente langlopende leningen | 1,00% | 1,00% | 1,50% | 2,00% | 2,75% |
rente kortlopende leningen | -0,20% | -0,20% | 0,30% | 0,80% | 1,30% |
Ook het centraal planbureau en De Nederlandsche Bank gaan uit van aanhoudend lage rente. Het verlagen van de renteverwachting heeft een positief effect op onze begroting van circa € 2 miljoen per jaar.
Inzet winst 2018 grondbedrijf
De winstafdracht van het grondbedrijf over 2018 bedraagt € 20,6 miljoen. Zoals in de inleiding is aangegeven, zijn we genoodzaakt om dit bedrag volledig in te zetten. De middelen voor stedelijke vernieuwing (€ 4,1 miljoen) en beheer en onderhoud (€ 2 miljoen) worden wel gereserveerd.
Reserve opbouw weerstandsvermogen
In het coalitieakkoord is afgesproken dat jaarlijks 50% van de winstafdracht van het grondbedrijf, met een minimum van € 10 miljoen, zal worden toegevoegd aan de algemene reserve. Het is dit jaar niet mogelijk om deze spaardoelstelling te realiseren. Dit komt door de tegenvallende inkomsten uit het gemeentefonds en de hogere uitgaven, met name in het sociaal domein. Dit jaar sparen we € 2 miljoen.
Extra looncompensatie instellingen
Bij de vaststelling van de Programmabegroting 2019 heeft uw gemeenteraad motie RG259/2018 aangenomen. Hierin wordt het college verzocht om een structurele oplossingen te presenteren aan de raad ten aanzien van de loon- en prijs problematiek voor instellingen. In de begroting houden we voor deze instellingen rekening met compensatie voor gestegen prijzen. Uit uitgevoerd onderzoek blijkt dat gemiddeld 70% van de omzet van de instellingen wordt bepaald door salariskosten. Om de instellingen tegemoet te komen stellen we daarom voor om de instellingen te compenseren met het gewogen gemiddelde van de stijging van lonen en prijzen, op basis van de CPB-indexcijfers, zoals die in de septembercirculaire bekend zijn gemaakt. Voor 2020 bedraagt dit gewogen gemiddelde percentage 2,23%.
Proceskostenvergoeding
De zogenoemde No Cure No Pay bedrijven hebben, ondanks de inzet van de informele aanpak en gerichte communicatie-initiatieven, voet aan de grond gekregen in Almere voor het indienen van bezwaren. Hierdoor zien wij (door werving en advertenties) een toename van inzet van deze bureaus door het bedrijfsleven voor de categorie niet-woningen. Ondanks onze inspanningen, moeten wij daardoor meer proceskostenvergoeding betalen.
Egaliseren perspectief
Schommelingen in het begrotingssaldo worden verrekend met de saldireserve. Per saldo storten we circa € 5 miljoen in de saldireserve. Hiervan is € 3 miljoen voor de ophoging van het weerstandsvermogen door de toename van het risicoprofiel van de gemeente. De overige € 2 miljoen zijn middelen die niet benodigd waren in de eerste jaren.
Volumegroei sociaal domein
Voor de volumegroei binnen het sociaal domein was er een stelpost beschikbaar vanaf het jaar 2021. Wij houden in de begroting voor de lokale jeugdhulp (zonder verblijf) en de Wmo ondersteuningsarrangementen reeds rekening met een volumegroei van 3% per jaar. De stelpost kan hierdoor vrijvallen, per saldo levert dit een structureel voordeel op voor het perspectief van circa € 1 miljoen.
Voor de regionale Wmo wordt de volumegroei één op één gecompenseerd via de integratie uitkering beschermd wonen. Voor de regionale jeugdhulp (met verblijf) is geen rekening gehouden met volumegroei, omdat hiervoor vaste financieringsafspraken gelden (lump sum).
Neutrale bijstellingen
Floriade
Bij de actualisatie van de meerjarenbegroting heeft een administratieve herordening van budgetten plaatsgevonden. Sommige budgetten verschuiven hierdoor over de raadsprogramma’s heen.
Administratieve bijstellingen
Het gaat hier om technische budgetten in de begroting. We geven niet meer geld uit. Budgetten die niet op het goede programma staan worden hiermee op het juiste programma gezet, zodat budgethouders weten waar ze aan toe zijn. Omdat de gemeenteraad het budgetrecht heeft, moet dit via een formele begrotingswijziging. Dat is de reden waarom dit zo in de begroting wordt opgenomen.
Loon- en prijscompensatie
De budgetten zijn aangepast naar aanleiding van de loon- en prijsontwikkeling.