De algemene dekkingsmiddelen zijn de inkomsten van de gemeente waar geen harde bestedingsverplichting onder ligt. Hierdoor kunnen raad en college deze middelen vrij inzetten. De algemene dekkingsmiddelen betreffen circa 47% van de totale inkomsten van de gemeentebegroting. In het figuur hiernaast wordt inzicht gegeven in de totale inkomsten binnen de begroting. Het gemeentefonds en de lokale belastingen zijn de belangrijksten vrij besteedbare inkomstenposten.

Vanaf het begrotingsjaar 2017 is het verplicht dat de overhead op een apart taakveld wordt begroot. De overheadkosten bedragen per saldo € 65 miljoen, dit is 6,7% van het begrotingsvolume. Voor de overhead en de bedrijfsvoering worden ook een aantal verplichte indicatoren voorgeschreven. De gegevens zijn in onderstaande tabel opgenomen en vergeleken met de jaarrekening 2018.

Te zien is dat de overheadkosten verhoudingsgewijs afnemen ten opzichte van de realisatie over 2018. De verklaring is meerledig. Enerzijds komt dit doordat de overheadkosten inde begroting 2020 lager zijn dan in de begroting 2018, met name door de taakstelling op overhead en bedrijfsvoering. Ook was er in de jaarrekening 2018 een overschrijding op de overheadkosten ten opzichte van de begroting.
De apparaatskosten per inwoner liggen in lijn met de cijfers van 2018, de bezetting in full-time equivalenten (fte's) per inwoners neemt af.
Het aandeel van de inhuurkosten in de totale loonsom is op begrotingsbasis niet goed te bepalen. Dit komt omdat de inhuur op vaste functies (formatie) niet als inhuurkosten worden begroot, maar als reguliere salariskosten. Bij de jaarrekening 2019 zal het aandeel van de inhuurkosten in de totale loonsom opnieuw worden bepaald.

In de tabel hieronder is de opbouw van de overheadkosten opgenomen:
 

Een groot deel van de overhead betreft de concernoverhead (77%). Hieronder vallen de algemene bedrijfsvoeringsfuncties van de gemeente, zoals ICT, huisvesting en facilitair en andere bedrijfsvoeringsafdelingen. Ook zijn de kosten van de afdelingen communicatie en onderzoek & statistiek, bestuursadvies en de concerndirectie hierin opgenomen.
De afdelings- en teamoverhead betreffen met name de kosten van leidinggevenden en de directe ondersteuning van de vakafdelingen (primair proces).

De toerekening van overhead aan de GREX, het FVA, Oosterwold en andere werkzaamheden vindt plaats via de administratie, zodat voor deze onderdelen de integrale kostprijs kan worden bepaald. Het gaat om een bedrag van € 5,5 miljoen.
De toerekening van overhead aan de gemeentelijke (kostendekkende) heffingen voor concernoverhead vindt buiten de administratie plaats. De concernoverhead wordt toegerekend op basis van directe fte's. De afdelings- en teamoverhead verschillen per afdeling en is daarom ook per heffing verschillend.

Gemeenten zijn verplicht om een stelpost onvoorzien op te nemen in de meerjarenbegroting. De stelpost onvoorzien dient als begrotingsbuffer waaruit onvoorziene tekorten gedurende kunnen worden afgedekt. Naast de stelpost onvoorzien dienen de saldireserve, het weerstandsvermogen van de algemene dienst en het weerstandsvermogen van het grondbedrijf als reservebuffers. De stelpost onvoorzien heeft in 2019 een volume van € 475.000, dit is een bedrag van € 2,25 per inwoner.

Per 1 januari 2016 is de Wet modernisering vennootschapsbelastingplicht (vpb) overheidsondernemingen in werking getreden. De activiteiten waarop Almere in ieder geval vpb zal moeten gaan betalen zijn de grondexploitaties en het betaald parkeren achter de slagboom. Voor de af te dragen vennootschapsbelasting is structureel € 250.000 binnen de begroting gereserveerd.